hoofd_banner

V:Wat moet ik doen als de gasstoomgenerator niet ontsteekt?

A:

Wat moeten we doen als de gasstoomgenerator niet ontsteekt?

1. Schakel de stroom in en druk op start. De motor draait niet.

Redenen voor het mislukken:(1) Onvoldoende luchtdrukvergrendelingen; (2) Het magneetventiel is niet dicht en er is luchtlekkage bij de verbinding, controleer de vergrendeling; (3) Het thermische relais is open; (4) Ten minste één van de voorwaardelijke lussen is niet tot stand gebracht (waterniveau, druk, temperatuur en programmaregeling, ongeacht of het apparaat is ingeschakeld of niet).

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Stel de luchtdruk in op de opgegeven waarde; (2) Reinig of repareer de leidingverbinding van de magneetklep; (3) Druk op reset om te controleren of de componenten beschadigd zijn en de motorstroom; (4) Controleer of het waterpeil, de druk en de temperatuur de grenzen overschrijden.

15

2. De voorwaartse spoeling is normaal na het starten, maar de ontsteking vat geen vlam.

Redenen voor het mislukken:(1) Het volume van het elektrische brandgas is onvoldoende; (2) Het magneetventiel werkt niet (hoofdventiel, ontstekingsventiel); (3) Het magneetventiel is doorgebrand; (4) De luchtdruk is instabiel; (5) Het luchtvolume is te groot.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Controleer het circuit en repareer het; (2) Vervang het door een nieuw exemplaar; (3) Stel de luchtdruk in op de aangegeven waarde; (4) Verminder de luchtverdeling en de opening van de klep.

3. Er ontstaat geen ontsteking, de luchtdruk is normaal en de elektriciteit ontbrandt niet.

Redenen voor het mislukken:(1) De ontstekingstransformator is doorgebrand; (2) De hoogspanningsleiding is beschadigd of eraf gevallen; (3) De afstand is te groot of te klein, en de relatieve grootte van de ontstekingsstaafpositie; (4) De elektrode is gebroken of kortgesloten naar de aarde; (5) De afstand is niet correct. geschikt.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Vervangen door een nieuwe; (2) Opnieuw installeren of vervangen door een nieuwe; (3) Opnieuw afstellen; (4) Opnieuw installeren of vervangen door een nieuwe; (5) Opnieuw afstellen.

4. Zet de vlam 5 seconden na het aansteken uit.

Redenen voor het mislukken:(1) Onvoldoende luchtdruk, te grote drukval en kleine luchttoevoer; (2) Te klein luchtvolume, onvoldoende verbranding en dikke rook; (3) Te groot luchtvolume, resulterend in wit gas.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Pas de luchtdruk aan en reinig het filter; (2) Pas opnieuw aan; (3) Pas opnieuw aan.

5. Witte rook

Redenen voor het mislukken:(1) Het luchtvolume is te klein; (2) De luchtvochtigheid is te hoog; (3) De temperatuur van de uitlaatgassen is laag.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Draai de klep naar beneden; (2) Verminder het luchtvolume op de juiste manier en verhoog de inlaatluchttemperatuur; (3) Neem maatregelen om de temperatuur van de uitlaatgassen te verhogen.

6. Lekkende schoorsteen

Redenen voor het mislukken:(1) De omgevingstemperatuur is laag; (2) Er zijn veel kleine verbrandingsprocessen; (3) Het zuurstofgehalte van het gas is hoog en de hoeveelheid zuurstof die doordringt is groot om water te genereren; (4) De schoorsteen is lang.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Verminder het luchtverdelingsvolume; (2) Verminder de hoogte van de schoorsteen; (3) Verhoog de oventemperatuur.

07

7. Geen ontsteking, luchtdruk is normaal, geen ontsteking

Redenen voor mislukking:(1) De ontstekingstransformator is doorgebrand; (2) De hoogspanningsleiding is beschadigd of eraf gevallen; (3) De afstand is te groot of te klein, en de relatieve grootte van de ontstekingsstaafpositie; (4) De elektrode is gebroken of kortgesloten naar de aarde; (5) De afstand is niet correct. geschikt.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Vervangen door nieuwe; (2) Opnieuw installeren of vervangen door nieuwe; (3) Opnieuw afstellen; (4) Opnieuw installeren of vervangen door nieuwe; (5) De structuur van de gasstoomgenerator opnieuw afstellen.

8. Zet de vlam 5 seconden na het aansteken uit.

Redenen voor het mislukken:(1) Onvoldoende luchtdruk, te grote drukval en kleine luchttoevoer; (2) Te klein luchtvolume, onvoldoende verbranding en dikke rook; (3) Te groot luchtvolume, resulterend in wit gas.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Pas de luchtdruk aan en reinig het filter; (2) Pas opnieuw aan; (3) Pas opnieuw aan.

9. Witte rook

Redenen voor het mislukken:(1) Het luchtvolume is te klein; (2) De luchtvochtigheid is te hoog; (3) De temperatuur van de uitlaatgassen is laag.

Maatregelen voor probleemoplossing:(1) Draai de klep naar beneden; (2) Verminder het luchtvolume op de juiste manier en verhoog de inlaatluchttemperatuur; (3) Neem maatregelen om de temperatuur van de uitlaatgassen te verhogen.

 


Plaatsingstijd: 09-11-2023